Voeding: wat is, wat kan en wat doe je ermee?

In onze stad gebeuren vaak opmerkelijke dingen die niet breed bekend zijn maar zeer de moeite waard zijn om bekend te maken. Mensen zijn op een bijzondere manier bezig met leefbaarheid, milieu, vergroening, voeding, circulaire economie, etc.
 
Een van deze mensen is de molenaar van de Bisschopsmolen, Frank van Eerd, die we in dit artikel aan het woord laten. Frank die kritisch bezig is met voedingsgrondstoffen en het gebruik ervan en hun herkomst. Wij hopen te ontdekken welke uitzonderlijke zaken nog meer in onze stad aan de toekomst werken. Er is immers nog een hoop te ontdekken. 

In de Maastrichtse Bisschopsmolen, daterend uit 1609, treffen we molenaar Frank van Eerd. Frank stamt uit een molenaarsfamilie die ooit in het Brabantse land 5 windmolens bestierden. Nu is Frank molenaar in de enige overgeblevene binnenstadse watermolen aan de Jeker.

De molen stamt oorspronkelijk uit de zevende eeuw. Rond 1092 heeft de molen de naam “Bisschopsmolen” gekregen toen Godfried van Bouillon, de leider van de 1ste kruistocht, de molen verpande aan het bisdom van Luik. In de 18e eeuw is de molen bij een brand verwoest geweest maar, omdat ze de belangrijkste molen van de stad was, meteen weer herbouwt en daar verwijst de datum 1609 naar.

Het logo op de voorgevel van de molen verwijst naar het feit dat de molen sinds 1442 in handen kwam van het gilde van bierbrouwers zoals ook de molen van de Hertog van Brabant.

 

De Bisschopsmolen is een toeristische trekpleister bij uitstek en de producten die verkocht worden gaan ‘als warme broodjes’ over de toonbank.

 

Frank werkt met regionale producten. Streekproducten zijn er in overvloed laat hij weten. We zoeken het vaak te ver. Onze voorouders werkten hoofdzakelijk met voedingsproducten die uit het eigen dorp of de directe omgeving kwamen. Door allerlei Europese en wereldwijde ontwikkelingen zijn we er andere producten of veredelingsproducten er met de haren bij gaan halen. Zaken die het oorspronkelijke product beter en smakelijker moesten maken, maar het product was goed en eerlijk. Gelukkig zijn we nu, via onderzoeken en bevindingen, de weg terug aan het maken en zijn we onze voedingsmiddelen aan het herontdekken. Frank loopt hierbij voorop.

 

Hij vertelt het verhaal dat we momenteel beschikken over 40 verschillende granen. Elk met zijn specifieke eigenschappen die je naar bepaalde behoefte kunt inzetten. Het verhaal gaat over koolhydraten en eiwitten. Granen hebben vaak meer eiwitten dan we in een ei aantreffen. Frank is als voedingscoach betrokken bij de wielersport. In de wielersport worden grote prestaties geleverd maar niet iedere prestatie vraagt om dezelfde voedingsproducten. Soms heeft de wielrenner iets meer van dit dan van dat nodig. Het is de kunst om het juiste op het juiste moment aan te bieden.

 

Bijkomend voordeel is dat de producten ook nog een reductie van CO2 teweeg brengen. Frank noemt hierbij het telen van de lupineboon, die vanuit de Poshoof uit Maastricht bij de Bisschopsmolen terecht is gekomen. Het mes snijdt dus aan twee kanten. Er is zoveel te winnen bij het telen van onze streekproducten, we moeten het alleen opnieuw leren ontdekken en waarderen. Hierbij gaat het ook over de consument, aangezien is gebleken dat een Limburger slechts 2% van hun producten uit de streek koopt.

 

Er is meer te ontdekken in de voedingsbranche is het credo van Frank van Eerd. Hij vertelt: wellicht is het opgevallen dat wielrenners meteen na aankomst een flesje te drinken krijgen aangeboden met een rood spul erin. Dat is geen toverdrankje maar gewoon kersensap, gemaakt van kersen uit de directe omgeving, namelijk uit Bemelen. Na een inspannende prestatie zorgt dat sap ervoor dat de renner kan recupereren. Met name voor de spieren is dit middel een welkome aanvulling.

 

Frank is thans ook voedingscoach voor het betaalde voetbal. Zowel het Nederlands elftal als clubs als PSV maken gebruik van zijn adviezen op voedingsgebied.

Met veel enthousiasme vertelt Frank van Eerd over de ontwikkelingen in de voeding van sporters en wat dit ook voor de niet-sporter kan betekenen.

 

Het eind is nog lang niet in zicht. Samen met onderzoekers van de Maastrichtse universiteit worden steeds verdere stappen gezet in de ontwikkeling van en het herontdekken van wat het platte land ons aan eerlijke, natuurlijke producten te bieden heeft.

 

Jan Janssen

 

Maastricht, 3 januari 2024

Jan Janssen