Hoe groen zijn wij?

 

Het moet mijn allereerste tekst worden voor het Centrum Management Maastricht en handelen over vergroenen en om de sfeer te verhogen regent het onophoudelijk en komt het water met bakken uit de lucht vallen. Een beetje raar als je bedenkt dat een van de onderwerpen rond “vergroenen” ook hittestress is. Deze zomer werkt echter, tot nu toe, niet erg mee.

Maar vergroenen is een hot item, vooral de laatste jaren, nu heel veel deskundigen steeds meer waarschuwingen de wereld in sturen over ons aller klimaatbeheersing. Steeds meer wordt van ons gevraagd om ons kleine steentje bij te dragen en attent te zijn voor bijdragen aan het klimaat die we zelf kunnen leveren. Klimaat beheersing is een kwestie van gezamenlijke verantwoordelijkheid. Het vraagt alertheid op tal van zaken van zowel ondernemers, inwoners, studenten en bezoekers van onze stad.

 

“Vergroenen” blijkt een verzamelwoord te zijn. Vergroenen heeft te maken met circulaire economie, energieverbruik, nieuwe bouwtechnieken, efficiënter omspringen met grondstoffen, etc. etc.

 

Maar vergroenen heeft ook wel degelijk met “groen” te maken. Binnen de gemeenteraad van Maastricht komt de discussie op gang om meer groen aan te planten waar dat mogelijk is om de stad leefbaarder te maken. We worden echter geconfronteerd met het feit dat we in een “media”-wereld leven en de ondergrond van onze pleinen en straten bezaaid ligt met talloze kabels voor allerhande toepassingen en rioleringsstelsels waardoor bomen er niet gepland kunnen worden. In de nieuwe woongebieden in onze stad vind je vaak bovendien grote ondergrondse parkeergarages. Creatieve oplossingen moeten dus bedacht worden om toch groen in de buurten te brengen om hittestress terug te dringen.

Op meerdere plekken in onze stad staan al grote metalen bakken met struiken en bomen om toch het nodige groen aan te brengen en bovendien het aanzicht van de straat of het plein bovendien aantrekkelijker te maken.

 

In een volgende bijdrage wil ik op dit onderwerp terugkomen middels een gesprek met mensen van het CNME. Ik wil hun de vraag voorleggen wat er in Maastricht te merken is van onze manier van vergroenen en welk toekomstbeeld leeft bij het CNME. Kunnen we daarin participeren? Wat levert het ons op nu en in de toekomst?

 

Een recentelijk rapport over “vergroenen” zegt: “Wie nu de aantasting van natuur en klimaat negeert, krijgt straks te maken met hogere kosten. Kortom, we moeten vergroenen. Niet alleen voor het milieu maar ook voor de economie. Dat vraagt om andere producten en productieprocessen.”

Een van de dingen die hierbij helpen is de circulaire economie, het hergebruiken van producten en grondstoffen. Ons land loopt voorop bij het recyclen en verwerken van afval. Wat merken we in Maastricht daarvan?

 

Ook van belang is ons energieverbruik. We zijn ons met z’n allen een hoedje geschrokken toen, door de oorlog in Oekraïne en de boycot van Rusland, onze energieprijzen de lucht in vlogen. Wat vreet allemaal energie in huis, ons zakenpand, ons bedrijf? Wat kunnen we veranderen om zodoende te bezuinigen en de kosten te drukken. Gesprekken met mensen met verstand van energievraagstukken staan op de planning om er samen met u beter van te worden.

 

Voorlopig genoeg onderwerpen om het licht over te laten schijnen.

Ik hoop dat we samen ons voordeel kunnen halen uit mijn gesprekken met ondernemers en deskundigen. Samen voor een beter Maastricht.

 

Jan Janssen