Balans in de stad

 

Toen we burgemeester Penn- te Strake benaderden voor de rol als gastredactrice van de zomereditie van de WIM, hoefde ze daar niet lang over na te denken. Ze wist ook het thema al: ‘Balans in de binnenstad’; dat moest het zijn! Een thema dat volgens haar al speelde op het moment dat ze aantrad als burgemeester van Maastricht. Een thema dat, nu ze binnenkort afzwaait als burgemeester, relevanter is dan ooit. Hoe zij dat ziet, hoe we kunnen zorgen voor voldoende balans in de binnenstad én waar zij van droomt al wandelend langs de Maas, dat vertelt ze ons graag.

 

Foto: Guy Houben

Was er voor u een actuele aanleiding om dit thema nu te kiezen?
“Al op moment dat ik begon als burgemeester van Maastricht, in 2015, was dit een belangrijk aandachtspunt op de agenda van de stad. We bevonden ons toen op een kruispunt om cruciale keuzes te maken. Al die tijd is het een punt van aandacht gebleven. We kennen immers allemaal de doemscenario’s van populaire steden als Venetië en Amsterdam, waar ze nu druk bezig zijn met campagnes om toeristen en bezoekers juist te weren uit de stad. Dat willen we als Maastricht niet, dat moeten we voor zijn. Daarom is het belangrijk om te blijven inzetten op kwaliteit en de belangen van alle spelers in deze stad te blijven zien. Bovendien staat voor dit jaar de evaluatie van het evenementenbeleid op de planning. Dat is sowieso een moment waarop we weer samen moeten gaan bekijken; wat willen we nu eigenlijk met deze stad? Het is dus zeer zeker een actueel thema.”

Hoe is het in uw ogen gesteld met de balans in de binnenstad op dit moment?
“Dat is heel persoonlijk en hangt helemaal af van degene aan wie je het vraagt. Iedereen zal dat, vanuit zijn eigen belangen, anders invullen. Die vraag kan ik dus niet voor de hele stad beantwoorden. Wat ik zelf ervaar, als bewoner van het centrum, is dat er geregeld piekmomenten zijn waarop je als bewoner de drukte in de stad liever vermijdt. Dat is jammer. We moeten oog houden voor iedereen in de stad; voor bewoners, bezoekers en ondernemers. Samen maken we deze stad!”

Om een betere balans te realiseren, geeft u aan dat we anders moeten kijken naar de stad en de ruimte die er nog is. Kunt u dat toelichten?
“Er is nog heel veel ruimte voor reuring in deze stad. We hebben een compacte binnenstad, dat is heel mooi. Maar, wanneer we die binnenstad iets meer zouden oprekken, zowel aan Oost- als Westkant liggen er echt nog kansen om meer openbare ruimte te creëren om te ondernemen, maar ook voor cultuur, sport en groen. En dus: om de leefbaarheid te vergroten. We zijn geneigd om te focussen op de binnenstad, maar als we de kaart van Maastricht erbij pakken, zie je dat er om dat centrum heen nog volop mogelijkheden zijn.” 

Hoe zit het dan met die ruimte in figuurlijke zin; de kaders zoals die er zijn door weten regelgeving. Bieden die ook voldoende ruimte voor nieuwe initiatieven en ondernemerschap op andere plekken?
“Een goede vraag. We hebben de zaken in deze stad goed geregeld, er zijn veel regels en die kunnen soms beperken. Dat leidt ook bij ons als stadsbestuur regelmatig tot situaties waarbij we onszelf de vraag moeten stellen of een regel nog actueel en relevant is. Zo kijken we de laatste tijd bij het verstrekken van terrasvergunningen bijvoorbeeld al vaak veel meer naar de verschillende situaties afzonderlijk. We proberen daarbij steeds meer oog te hebben voor ‘wat wel kan’. Een insteek die we nu veel meer hanteren in plaats van meteen iets af te keuren. Dat geldt dus zeker ook als we naar de ruimte kijken die er nog is, dan hebben we het over verschillende soorten plekken, aan de rand of de wijken daarbuiten, waar we ook weer met andere regels en belangen te maken hebben. Maar ook dan geldt, laten we kijken vanuit kansen en mogelijkheden die zo’n plek biedt en niet naar de beperkingen.”

In het kader van die beschikbare ruimte noemt u de plannen voor het ontwikkelen van de Maasoever tot een gebied waar nog veel kansen liggen. Hoe ziet u dat?
“Aan beide kanten van de Maas is er nog volop ruimte die nu niet benut wordt, maar waar wel nog veel mogelijk is. Denk aan steden als Zürich, Metz en Lyon waar je heerlijk kunt flaneren over de oevers en er van alles te doen is. Vanuit een burgerinitiatief onder de naam ‘Maas-Saam’ zijn plannen ontstaan die door de gemeente en mij absoluut omarmd worden. Heel goed om die ruimte te gaan benutten en op die manier de binnenstad een beetje op te rekken. Voor die plannen is inmiddels een ‘praatplaat’ uitgewerkt en er is een groep burgers die samen een denktank vormt met vertegenwoordigers vanuit horeca, architectuur en gebiedsontwikkeling. Zelf zie ik het al helemaal voor me.”

Neem ons dan eens mee in het droombeeld dat u heeft, wanneer u over een jaar of vijf langs de Maas wandelt dan…
“Dan kun je kijken naar een opera- of muziekvoorstelling op een ponton op de Maas, je kunt zwemmen in een zwembad in de Maas. Er zijn speel-, sport- en spelactiviteiten voor kinderen en jongeren langs de Maas. Maar ook: terrasjes, boekenstandjes, kunst en bloemen, waar je langs ‘flaneert’. Parijs langs de Seine, dat idee. Begrijp me goed, dit is een droombeeld van mij persoonlijk, maar er kan daar daadwerkelijk nog zoveel moois gebeuren. De maas heeft de stad nog veel te bieden. Door goede voorzieningen aan te leggen om te fietsen en wandelen over de bruggen, ontstaat er een mooie verbinding waardoor je zo een mooi rondje kunt maken van de ene oever naar de andere.”

Graag bieden we u in deze WIM nog ‘ruimte’ voor een (laatste) boodschap van u als burgemeester aan ondernemers en (cultuur) makers in de stad, oftewel de lezers van WIM. Wat zou u hen graag meegeven?
“Dat ik met heel veel plezier terugkijk op de samenwerking en de band die is ontstaan. Zeker in een periode van corona waarbij we in een tijd leefden met heel veel tegengestelde belangen. Dit hebben we samen weten om te buigen. We zijn op een menselijke en respectvolle manier met elkaar in gesprek gebleven en hebben samen gezocht naar een gemeenschappelijk belang. Als dat lukt dan valt er zoveel te winnen. Dat hebben we met zijn allen echt heel goed gedaan. Vanuit mijn rol als voorzitter van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg weet ik dat dit beslist niet vanzelfsprekend is en dat er steden zijn waar dit heel anders is. Maar het kan dus, door verder te kijken dan je eigen deur. Naar mijn idee heeft ons dat als stad veel goeds gebracht. Ik wens de stad toe dat ze dat kan blijven vasthouden met elkaar, niet alleen in crisistijd.”

Is er tot slot nog iets dat u de nieuwe burgemeester zou willen meegeven?
“Doe het samen. Dat is de enige manier. Als burgemeester moet je soms ingrijpen en streng optreden. Dat doe je niet voor je lol. Als je dan vervolgens toch weer samen verder kunt, is dat het allergrootste goed. Voor mij geldt: politiek is wat mensen verdeeld houdt, terwijl besturen voor mij echt gaat over dichter bij elkaar komen en overeenstemming bereiken. En, last but not least, dat hij natuurlijk ongelooflijk zuinig moet zijn op onze mooie (binnen) stad!”